afb. Ton Vogel, 17 april 2020
De Sint-Jan is rijk voorzien van beelden, schilderijen en andere zaken van belang. Soms loop je er langs, zonder ze echt nog op te merken. In dit artikel gaat het over twee grote gedenkplaten, die onder het grote orgel hangen. Er staan Latijnse teksten op die lang in het duister gehuld waren, maar sinds kort door lampen fel worden beschenen. Ze gaan over belangrijke gebeurtenissen in de geschiedenis van het bisdom van 's-Hertogenbosch, na het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie in 1853. Vanaf dat jaar vervulde Joannes Zwijsen, aartsbisschop van Utrecht, eerst als apostolisch vicaris, daarna als apostolisch administrator en vanaf 1868 als bisschop van 's-Hertogenbosch een belangrijke rol. Zwijsen ontplooide veel initiatieven. Als herinnering aan twee van die initiatieven zijn deze gedenkplaten opgehangen. De vertaling van de Latijnse teksten zijn van de hand van dr. Jan Peijnenburg, oud-archivaris van het bisdom.1. Aan Pius IX, opperpriester
Van Godswege gegeven voor het welzijn van de Kerk en de christelijke wereld, vader en behoeder van de katholieke naam, omdat hij de bisschoppelijke zetels in de Nederlanden, die omtrent drie eeuwen vacant waren, in hun vroegere eer en waardigheid heeft hersteld en omdat hij de eerste synode van de herstelde Utrechtse kerkprovincie, die met zijn toestemming op 24 september 1865 in dit gebouw is begonnen en op 4 oktober tot een goed einde is gebracht, met zijn apostolische autoriteit heeft erkend en heeft goedgevonden, dat de acten en decreten ervan werden uitgegeven en gepromulgeerd. Joannes Zwijsen, aartsbisschop en metropoliet van Utrecht en de suffragaan- en hulpbisschoppen van deze kerkprovincie, mitsgaders de apostolische vicarissen van de Overzeese Missiën met de prelaten en oversten van de reguliere orden en de kanunniken-procuratoren van de kathedrale kapittels, allen die aan dit concilie hebben deelgenomen hebben ter herinnering aan de zeer heilige handeling en tegelijk aan de pauselijke welwillendheid, haar aanbevelend aan de toekomende tijden, dit monument omwille van eer en vroomheid doen plaatsen.
Deze marmeren gedenktafel hangt aan de kant van de Mariakapel en gaat over de eerste synode van de Utrechtse Kerkprovincie van 1865. Het monument werd dat jaar ingemetseld in de Sint-Anna kapel. in 1896 werd het tegen de wand onder het grote orgel opgehangen. 1866 2. Voor de eeuwigheid
Ter herinnering aan de eerste diocesane synode van het bisdom van 's-Hertogenbosch na het herstel van de hiërarchie in het jaar 1853. Zij werd afgekondigd en begonnen in het Bisschoppelijk Seminarie te Haaren op 29 april 1867 en afgesloten op 2 mei daaropvolgend. Volgens het decreet van de Heilige Congregatie tot Voortplanting van het Geloof d.d. 16 juli 1866 waren er in de vergadering aanwezig: de bisschop van Samos, hulpbisschop; de vicaris-generaal; het kapittel van de kathedrale kerk; de abt van Berne van de orde van Premontré; de superior-generaal van de congregatie van O.L. Vrouw, Moeder van Barmhartigheid; de landdekens en twee pastoors uit ieder dekenaat. Joannes Zwijsen, aartsbisschop en toen ter tijde administrator-apostolicus van het bisdom 's-Hertogenbosch, nu bisschop van 's-Hertogenbosch, heeft deze steen doen leggen.
Deze gedenkplaat betreft de eerste synode (kerkvergadering) in het Bossche diocees van 1867. Ze werd in 1867 bevestigd in de middelste straalkapel en verhuisde in 1896 naar de huidige plaats.1868 Toelichting:
|
Bronnen | |
• | Dr. J.W.M. Peijnenburg, Van Roomsche Zegeningen en Paapsche Stoutigheden (2010) 216-217 |
• | Jan Mosmans, De St. Janskerk te 's-Hertogenbosch (1931) 532-533 |
Bloys van Treslong Prins, Genealogische en heraldische gedenkwaardigheden in en uit de kerken der provincie Noord-Brabant I (1924) 283-284
C. Peeters, De Sint Janskathedraal 's-Hertogenbosch (1985) 372